Laatste week van ons reis is ingegaan. Maar we hebben nog een paar leuke dagen tegoed hier in de VS. Allereerst nog onze trip afmaken door noordwest van de staten Washington en Oregon. Op zondag rijden we vanaf het motel in Townsend naar een enorme pier die de haven van Townsend beschermd voor noordwester stormen van de Pacific. Het is een mooie zondagochtend voor een korte wandeling op de pier en voor een kop koffie uit onze kofferbak.
We hebben de hele reis al een thermoskan bij ons zodat we heet water meekunnen nemen, zelf een kopje koffie kunnen drinken op een mooie plek. We besluiten om naar lake Cresent te rijden. Een prachtig meer vanwaar we weer een mooie wandeling kunnen maken lang riviertjes en een mooie waterval. Het miesert af en toe weer dus goed aankleden en gaan.
Mooie bossen en paden. Ze besteden hier veel zorg aan goede voorzieningen als het gaat om wandelen en kamperen. Na de wandeling van 5 km besluiten we om naar Cape Flattery te rijden, het meest noordwestelijke puntje van de VS zonder natuurlijk Alaska mee te rekenen. Een flinke rit van Clallam Bay en Neah Bay. Het laatste stuk is een mooie weg langs Sallish Sea. Aan de overkant ligt Vancouver Island met de prachtige stad Victoria. Hier zijn we eerder al eens met de kinderen geweest.
Het laatste stuk wandelen we naar Cap Flattery Observation Deck. Vandaar kun je een eilandje zien liggen wat “Westernmost Point Of Washington” heet. Mooie korte wandeling over vlonders en een paar mooie uitkijkpunten.
Vanaf hier hebben we nog 250 km te gaan naar Ocean City. Een klein stadje aan de Noordelijke Stille Oceaan. De weg is een groot deel vanwaar we zijn gekomen en daarna nog 170 km langs de westelijke kant van Olympic Park. Omdat je voornamelijk door bos rijdt is deze weg niet echt leuk zo op het einde van een zondagmiddag. Na 3,5 uur rijden komen we aan bij ons hotel wat valk bij het strand ligt. Omdat we zelf alles aan eten bij ons hebben hoeven we niet meer deur uit. Veel motels in VS hebben meestel wel een koelkast en magnetron op de kamer. Dus er valt altijd wel iets te kokkelrellen.
De volgende ochtend regent het flink. Vanaf het hotel kun je met de auto het strand op. En op maandagochtend om 8 uur is het daar al druk met mensen die daar gebruik van maken. Wij natuulijk ook met onze Jeep Grand Cherokee. Wel lekker rijden zo’n flinke auto en voor een prijs van een Midsize SUV. Van hieruit rijden we in de richting van noordwesten van Oregon. Het zal overigens bijna de hele dag blijven regenen. Via Aberdeen en Raymond rijden we naar Astoria. Voordat je daar bent moet je nog de monding van de Colombia River oversteken. Die is hier 6,5 km breed. Sinds 1965 ligt daar een prachtige brug nl de Astoria-Megler Bridge. En enorm mooie mecano achtige vakwerk van staal.
Omdat er zeescheppen moeten kunnen passeren is de brug op zijn hoogste punt 60 meter. Dus onder doorvaren is voor veel zeescheppen mogelijk om zo de haven van Portland te bereiken.
Aan de andere kant zoeken we een restaurant met een mooi uitzicht op de brug voor een lunch. Van onderaf lijken de vrachtautos op de brug wel speelgoed auto’s.
Op maandag zakken we verder af langs de kustweg van Oregon naar Pacific City. We komen aan bij een motel, Surf & Sand Inn, waar we ter plekke een kamer regelen. Meestal doen we dat via Booking.com maar nu aan de balie. En het is ongeveer 10% goedkoper dan via Booking. Mooie kamer met dit keer ook een Vinyl platenspeler, dus weer terug in de seventies. Vandaag maken we een wandeling over het strand naar Pelican Brewing. Dit op advies van Erik die daar verschillende keren is geweest. We drinken natuurlijk een biertje en eten fish en chips. Het beste kun je hier een portie bestellen en dat delen. Dat laatste is ook heel normaal hier. Vandaar een wandeling terug naar het motel. Meteen ons activiteit gehad voor vandaar. Trouwens als je het over kustbescherming hebt dan wordt de bebouwing aan de westkust van VS op veel plaatsen bedreigd door strandafslag.
Dinsdag is onze laatste dag en rijden we terug naar Bend naar de kids. Rijden nog een klein stukje naar het zuiden naar Ghost Forest. Het stukje strand waar vroeger bomen stonden maar nu bij laag water alleen maar stronken staan en dus op deze manier een beetje misterieus aandoet. Ook het weer helpt hierin mee. We lopen via een resort waar heel veel zeer mooie en dure huizen staan naar dit stukje strand. Ook hier zie je dat huizen tot praktisch op het strand en boven op de duinen worden gebouwd. Ja komt wel onder de indruk wat Amerikanen met geld kunnen doen. Eerlijk gezegd ik hou er wel van, maar dan rijst ook steeds meer de vraag op ‘wanneer ben je tevreden’. Afijn dat zijn van die vragen waarin je in dit zo ontzettende materialistisch land zo vaak afvraagt.
Huizen staan bomvol met spullen, de garages staat tjokvol met “big boys toys” en er worden opslagfaciliteiten gebouwd waar je een opslagbox kunt huren om je spullen op te slaan. Als je daar een beetje over nadenkt dan begin je je wel af te vragen dat dit niet oneindig kan doorgaan.
Vanaf hier rijden we terug naar het oosten. We besluiten om nog een kijkje te gaan nemen in McMinnville waar Erik heeft gestudeerd op Linfield College. Een wandeling over het terrein maakt dat er weer oude herinneringen omhoog komen van afstuderen, kamers schilderen, tenniswedstrijden, etc. Ja ook dat is weer meer dan 20 jaar geleden.
Via Salem steken we de Cascades over. Mooie weg over een pas. Aan de west kant hiervan zien we nog de restanten van de enorme bosbranden van 2 jaar geleden, waar ook heel veel woningen zijn afgebrand. Een heel triest gezicht al die verbrande bomen. Gelukkig zijn bijna alle huizen al weer herbouwd. Via Sisters rijden we naar Redmond om onze auto in te leveren. Erik en Everlee wachten ons daarop.
Dit was weer een mooie week samen in dit deel van de Amerika. We heben inmiddels toch heel wat gezien van dit land.
Woensdag, donderdag en vrijdag weer lekker in de familiare sfeer van onze Amerikaantjes. Beetje spelen en knutselen samen. Woensdag gaan we samen met Ariana en Everlee alleen op stap. Eerst naar de klimhal en daarna pannenkoeken eten. Het was wel leuk om weer even met de kinderen in de touwen te hangen.
Inmiddels schiet de verbouwing van de badkamer hier in huis ook aardig op. Alle tijd dat we hier zijn lopen er bouwvakkers door het huis. Mooi om te zien hoe dat hier gaat. De prijzen in de bouwwereld hier zijn ook zo’n beetje door het dak aan het gaan. De uurprijs voor een vakman in de bouw ligt tussen de 70 en 90 dollar. Werktijden zijn redelijk variabel en dan de prijzen voor materialen zijn inmens. De inflatie bedroeg vorig jaar in dit land 17%. Ik geloof dat ik dat al eerder heb genoemd. Maar waar het heen moet is voor mij de vraag.
Ian, de beste vriend van Erik, komt nog een avondje op bezoek en het is met hem weer altijd lachen. Ook het bezoek aan Dave Russell, een skimaatje van Erik, was erg gezellig.
Ook hier kent luxe en gemak nauwelijks grenzen. Fijn als het goed met je gaat in dit land en gelukkig gaat dat ook met de family Janssen.
We gaan ook mee naar het “10 minuten gesprek” van de Ariana (9) en Everlee (6) op school. De bedoeling is dat de kinderen ons eerst rondleiden in hun klas en een aantal “opdrachten” doen die ze hebben voorbereid voor dit bezoek. Geweldig wat er allemaal wordt verwacht en wat ze allemaal al kunnen. Het valt ook op op welke manier de kinderen elkaar kunnen helpen en waarmee, zie lijstje hier op een van de fotos.
We hebben een gezellige tijd samen, fietsen en shopping. Zaterdag gaan we nog uiteten met zn alle om de verjaardag van Liesbeth, zij wordt volgende week 70!, te vieren. En dan morgen om 13 uur voor het laatste deel van onze reis naar huis via Seattle en Frankfurt naar Amsterdam. Maandag avond thuis na 112 dagen op reis.
Mooi gedaan Stan en Liesbeth.
Have a safe trip.