In Wellington was zondag een hardloopfestijn o.a een marathon. Daardoor was het gedeelte waar het verhuurbedrijf zit voor het voortzetten van de autohuur tot 13 uur onbereikbaar. Ondertussen nog wat boodschappen gedaan bij de The Warehouse. Omdat we Wellington al helemaal in het begin van onze reis uitgebreid bezocht hebben, besluiten om ‘s middags door te rijden naar het noordwesten. Voor het eerst rijden we bijna 2 uur over een autoweg, wat ongelofelijk saai is dat. Ook het landschap is niet echt aantrekkelijk. We hadden allebei zoiets van, oei als dit maar niet gaat tegenvallen na dat wonderlijke mooie Zuider Eiland. Gelukkig was het laatste stuk naar Himatangi beach iets aantrekkelijker. De camping ligt aan strand. We doen een flinke was en besluiten na het eten nog een wandeling over strand te gaan maken. Bij het oplopen van het strand zien we dat dit gebruikt mag worden als een weg. Dus snel terug om mijn auto op te halen. Want ja, de kans om lekker over het strand te rijden laat je natuurlijk niet lopen.


De zon heeft even gewacht met ondergaan tot dat we terug waren met de auto. Kijk maar naar de plaatjes. Zo wordt een beetje saaie dag toch wonderschoon afgesloten.
De volgende dag is het doel het national park Tongariro. Het landschap wordt steeds aangenamer, dat wil zeggen mooie heuvels waar veelal schapen op lopen. Het zijn als het waren bergjes op bergjes, wat een heel liefelijk beeld geeft van een omgeving waar je met de auto doorheen slingert.

De wegen zijn goed, maar je hebt wel gemiddeld 6-10 bochten per kilometer. Dus tel maar uit als je 200 tot 300 km per dag rijdt. Bij Ohakune rijden we naar het winterbasis station van dit skigebied op de berg Turoa. Naarmate we omhoog rijden wordt het donkerder en kouder en begint het te regenen. Dat belooft niet veel goeds want we willen morgen in dit gebied wandelen.



Op 1600 meter hoogte sneeuwt het nog net niet, 9 graden met een flinke wind. Bij het informatiecentrum van het park geven ze aan dat morgen nog een zo’n regen dag wordt, geen wandelweer dus. Plus dat we de top van Turoa, een oude vulkaan, ook niet kunnen zien. We besluiten om ons plan voor de reis door Noorder Eiland om te draaien. Gaan zoveel mogelijk via de westkust omhoog en als we terug naar Wellington (vanwaar we naar Fiji vliegen) rijden gaan we het hier weer proberen. We overnachten nu op een onbemande natuurcamping in de buurt van Taumarunui. Een natte nacht maar onze tent is prima bestand hiertegen. We hebben als zelf aan boord dus we kunnen eten en drinken.



Dinsdag de 20 februari rijden we grotendeels over gravel naar Kawhia aan de west kust. We komen dan langs Waitomo Caves, bij Te Kuiti in de buurt. In dit dorp vinden regelmatig wedstrijden schaapscheren plaats. Wie kan de meeste schapen in 9 uur scheren. Ik lees dat er soms 800 schapen worden gehaald in die negen uur. Ppoh dat is aanpoten, zie standbeeld. Op dit moment zijn er in NZ 32 miljoen schapen dat waren er ooit 72 miljoen! Ik denk dat wij de helft hebben gezien!

Waitome caves met zijn glimwormen is een toeristentrekpleister en staat bij de 10 “must see” van het Noorder Eiland. Op de website kun je al geen tickets boeken en zijn ook veel te duur. Ook de recensies die ik lees zijn vaak niet al te best. Dus deze must see slaan we over. We komen langs een aantal andere bijzonderheden die we ontzettend mooi vinden en totaal niet toeristische. O ja wij rijden ook nog langs een filmset van de Hobbits ook hier moet je een tour van te voren boeken. Maar we zijn geen fans dus die laten we ook links liggen behalve de parkeerplaats.


Eerst bezoeken we de natural bridges Mangapohue. Daarna de een grot Piri piri cave en vervolgens de Marocopa falls. Alle drie maar 10 minuten lopen vanaf de parkeerplaats en ontzettend mooi. Kijk maar.





We zoeken een camping op in het plaatsje Kawhia. Een ontzettend aardige campingeigenaar vertelt over de bijzonderheden hier in de streek. O.a. je kunt hier op het strand bij laag water voor jezelf een hot tub maken. Je graaft een kuil op het strand die vult zich met water van 50 graden en dit moet je dan zien te mixen met zeewater zodat je jezelf niet kookt. Maar helaas is het laag water midden in de nacht en als wij er niet meer zijn in de middag. Op de camping komt ook nog een bijzonder mooie oude bus omgebouwd tot camper aan. Zoon met zijn oude moeder en zijn dochter. Ik hoop dat mijn kinderen dat later ook met mij doen als ik niet mag rijden. Maar moeten ze wel een oude bus kunnen ombouwen. Of moet ik dat nog zelf doen?
Wij krijgen ook nog advies over welke gravelweg we kunnen rijden naar Raglan op woensdag de 21e, met een bijzonder uitzicht op de kliffen, mooie baaien en het prachtige binnenland met zijn mooie liefelijke heuvels en bergen, tot 1600 meter. Maar we komen eerst nog langs een bijzondere waterval. Een relatief klein beekje wat 50 meter omlaag stort.


Kortom de rit woensdag is fantastisch. Ik vind rijden op zulke wegen heerlijk en Liesbeth geniet van het uitzicht en de rust. Want hier is nauwelijks verkeer. Maar het is voor mij wel uitkijken, het zijn allemaal blinde bochten met toch de mogelijkheid van een tegenligger. Dus is het samen genieten, ook omdat dit weer mooi is en leuk is om in een baaitje een lunch te nuttigen.



Raglan is een beetje een surfcentrum met allemaal “blije” mensen, noem ik ze maar. Beetje werken, een beetje surfen, beetje chillen is het devies van een van de jonge Nederlandse die we treffen in een koffiebar. Er zijn hier ook heel veel Duitse jongeren. Ze vertellen dat het hier veel relaxter is om te werken, minder druk, rustige pauzes en enorme collegialiteit. Dat zien we ook vaak bij de ontelbare wegwerkzaamheden: heel veel rode pionnen voor een wegafzetting maar enkele wegarbeiders of geen. We maken al de grap dat de pionnen harder werken dan de mensen. Ik ga toch ook eens nadenken of ik als oudere ook niet zo’n werkvisum kan krijgen om hier wat te gaan werken!
Van Raglan rijden via een grotere weg richting Auckland. Maar we moeten 30 km omrijden om een camping te vinden. Bij het plaatsje Clarks Beach zo’n 60 km rijden van Auckland centrum vinden we er een, wederom aan het strand. Ook hier is zonsondergang weer mooi en de bomen op het strand hebben weer de meest bijzondere vormen.



Kortom nadat we een beetje bezorgd waren of het Noorder eiland ons zou bevallen is in elk geval positief uitgevallen. Morgen gaan we verder door naar het Noorden. We moeten dan door Auckland, want deze stad snijdt als het ware het Noorder Eiland midden door.
Wat een prachtige foto’s, kan ook niet anders met zo’n overweldigende natuur.
Ja we blijven ons verbazen over wat de natuur allemaal kan. 🙂
Hi from Liz,
Your trip and photos are exceptional! You both look so healthy and happy. Thanks for sharing your trip. See you soon in Oregon.
Thanks Liz It is exciting to share, and for us to remember! 🙂